Rond een uur of 8 begon t leven weer in huize Honshuku (Japans voor ‘logeeradres bij mensen ‘thuis’) in Hiketa.
Vandaag hadden de diverse apps ons eerder een mooie zonnige dag belooft en zelfs na een dagje zonder internet gingen we ervan uit dat dat nog steeds klopte.
Doel van vandaag waren beroemde Japanse tuinen in Takamatsu.
Maar eerst op ons gemakje opstaan, inpakken en ontbijten. Zodanig op ons gemak dat we om half 10 nog aan tafel zaten, terwijl onze gastheer (de oude man) al voor het huis langs liep. Om kwart voor 10 kwam hij binnen en realiseerden we ons dat om 10uur uitchecken in Japan toch echt 10 voor 10 is, dus het was nog even opschieten. Gelukkig kwamen Arianne’s pasjes nog uit Nikki’s tas en Christa’s bestek uit Paul’s hoge hoed, dus konden we compleet weer op weg.
Richting downtown Takamatsu. Hoewel onze gps-dame (ik bedoel de GPS zelf!) niet altijd erg duidelijk was in haar aanwijzingen, vonden we de Ritsurin Koen tuinen, en werden we onthaald door een zeer enthousiaste parkeerwachter. Het was droog en de zon scheen – een prachtige dag om de tuin te bezoeken. Er is een wandelroute uitgezet en er staan bordjes met Engelse uitleg. De tuinen zijn 300jaar oud en zijn aangelegd voor het plezier van de plaatselijke nobelen uit die tijd Dat voert best ver, zelfs tot het aanleggen van een waterval, waarvoor in vroegere tijden de dienaren het water naar boven moesten sjouwen… Nu is dat gelukkig wel geautomatiseerd!
We wandelden over aangelegde heuvels, waarvan de stenen vaak een kadootje waren van een naburige edele die ook graag zijn bijdrage wilde leveren aan de tuin. Vooral vreemde vormen waren in de mode in die tijd zo lijkt ‘t.
De tuin zijn werkelijk prachtig, de bomen in shape, de uitzichten over de meertjes, de theehuizen verscholen tussen de bomen. Deze laatste natuurlijk naar Japanse traditie een aantal keer verplaatst voordat ze in hun ‘originele vorm’ in de tuin staan.
We bewonderden de zuidelijke tuin uitgebreid, terwijl de zon steeds feller ging branden en we steeds meer trek kregen. De noordelijke route liepen we dan ook iets sneller.
De tuinen zijn hartje zomer al prachtig en zeker een aanrader. In herfst en lente moet het ook heel mooi zijn met bloesem of in herfstkleuren.
Buiten gekomen haalden we de bentoboxen uit de auto en aten ze op een bankje in de schaduw.
Japanse mensen zijn enorm beleeft en iemand aanstaren is zeker ‘not done’, maar hier trokken we toch wel wat bekijks. Alleen maar in positieve zin natuurlijk.
Opeens kwam de enthousiaste parkeerwachter aanrennen – met een kan koude thee en 2 kopjes!! Hoe enorm aardig! En zich excuseren dat hij geen 4 kopjes had… Echt super aardige mensen hier in Japan.
De weersvoorspellingen leken goed te blijven voor de komende nacht, dus we besloten een kampeeravontuur aan te gaan, en zochten een mooie locatie in de buurt (met zwembad!), uit Christa’s lijst van campings.
We reden Takamatsu uit en de bergen in via een prachtige bosrijke weg. De camping lag in een natuurreservaat, vlakbij een meer. Met handen en voeten reserveerden we een plekje.
Christa had een oranje tent bij (bagage tent), waar Paul en Christa in gingen slapen en Nikki en ik hingen onze hangmat tussen 2 bomen.
De camping was druk met Japanners die voor t merendeel een plek inclusief tent, tarp en BBQ bewoonden.
We trokken zeker bekijks, maar de Japanse beleefdheidscultuur maakt dat erg onopvallend – alleen kleine kinderen kunnen ‘t soms niet laten te staren, waarop ze dan volgens ons worden aangesproken door hun ouders.
Helaas was het te laat voor het zwembad, dat ging al bijna dicht, en omdat we geen eten bij ons hadden voor een bbq moesten we de mooie bergweg weer terug rijden naar de stad im boodschappen te doen en avondeten te vinden.
Het was even zoeken, maar we vonden een Lawson voor ontbijtspullen en snacks met een biertje voor vanavond.
Daarna vonden we oog nog een soort van wegrestaurant, waar het eten zoals gewoonlijk weer superb was!
Terug op de camping lekker buiten gezeten (met voldoende meubelspray was dat best te doen!) en van ons biertje en snacks genoten… Nou… Dat laatste moet ik toch terugnemen… We dachten dat we een soort van pruimen op sap hadden gevonden. Maar toen ik er een hap van nam… Nog nooit in m’n leven zo iets zouts gegeten!!
Ik proef t nog (en dat wil wat zeggen want ik ben laat met het posten van dit bericht!). We konden niet bedenken bij welk gerecht je dit kan toepassen, zonder een overdosis zout in te nemen (dit was voordat we in Hiroshima sushi zouden uitproberen- zie in latere blog). Wat mij betreft het eerste definitief echt vieze ding (ketel) in Japan.
Na bijgekomen te zijn en genoten te hebben van de wel lekkere drankjes gingen we slapen.
‘S ochtends heel vroeg ging t toch regenen en verhuisden Nikki en ik naar de achterbak van de auto. In de tent was t superwarm, maar gelukkig zijn de WJ-tenten straks minder plastic!!!
Wat een leuke verhalen en wat een mooie foto’s! Zou deze tent gewoon swoppen, ziet er lekker Hollands uit ^^